Uw gemeente: verantwoordelijk voor huishoudelijk afval
De gemeenten zetten wat betreft het afval van de huishoudens het beleid elke dag weer in de praktijk om. Dit gebeurt dus veelal via intergemeentelijke samenwerking. En met succes want het Vlaamse afvalbeleid staat aan de kop binnen Europa. In geen enkel ander land slaagt men erin evenveel afval te recycleren en tegelijk intensieve campagnes te voeren inzake afvalvoorkoming. De afvalverwerkingsinstallaties in Vlaanderen behoren tot de beste binnen Europa. Daarnaast toont onderzoek aan dat 86 procent van de Vlamingen vertrouwen hebben in de huisvuilophaling. Die goede resultaten en de tevredenheid zijn mogelijk omdat gemeenten precies zo dicht bij de bevolking staan. Het helpt hen om snel in te spelen op lokale behoeften. Een lokaal afvalbeleid op maat van de bevolking dus.
Het was Napoleon die het niet langer kon aanzien dat de straten van zijn rijk vol afval lagen. Gemeenten kregen daarom de taak dit afval te verwijderen en samen te brengen op een centrale plaats, ver genoeg van de bewoning. Dit ging zo jarenlang door tot men inzag dat energie en grondstoffen op deze manier verloren gingen. We waren al in de jaren 70 van de twintigste eeuw toen men er op Europees niveau eindelijk toe kwam om een algemene beheershiërarchie voor de afvalstoffen om te zetten in een richtlijn. Deze richtlijn legde volgende algemene principes vast: afval zoveel mogelijk voorkomen, vervolgens recycleren en nuttig toepassen (ook als energiebron) en pas dan verwerken, met storten als allerlaatste optie.
Waar afvalbeheersing oorspronkelijk een kwestie was van algemene gezondheid en hygiëne, zijn we inmiddels geëvolueerd tot een integrale aanpak die rekening houdt met de gevolgen van de afvalverwijdering en die energie- en grondstoffenbesparing nastreeft. Het is een aanpak die loont. Met dank aan de Vlaamse gemeenten, steden en intercommunales. De gemeentelijke bevoegdheid is overigens in de wetgeving vastgelegd. Ze is van dien aard dat niemand huishoudelijk afval mag inzamelen zonder uitdrukkelijke toelating en opdracht van het gemeentebestuur.
Wat zijn afvalintercommunales?
Gemeenten voeren een veelheid aan taken en opdrachten uit. Voor een aantal specifieke opdrachten en diensten werken gemeenten samen met buurgemeenten in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, ook wel 'intercommunales' genoemd. Sommige taken zijn zeer complex en overschrijden de gemeentegrenzen, zodat gemeentebesturen besluiten om samen te werken voor de uitvoering ervan. Door die samenwerking zijn er financiële en logistieke voordelen, maar ook de kwaliteit van het lokaal afvalbeheer verbetert. Voor het beheer van huishoudelijk afval hebben 297 van de 300 Vlaamse gemeenten de keuze gemaakt dit samen aan te pakken met omliggende gemeenten.
Een afvalintercommunale kan voor haar gemeentelijke vennoten diverse diensten en opdrachten uit voeren op het vlak van afvalbeheer, zoals:
- Het voorkomen van afval en hergebruik stimuleren bij de bevolking.
- Het organiseren van inzameling van afvalstoffen huis-aan-huis en via de containerparken.
- Het verzekeren van de afzet van het ingezamelde afval en het vervoer ervan.
- De verwerking van het afval.
De taken die een afvalintercommunale uitvoert, verschillen van intercommunale tot intercommunale. Het zijn de gemeenten die het beleid van de intercommunale bepalen. Zij zullen er steeds naar streven de inwoner centraal te plaatsen.De afvalintercommunales willen hun gemeentelijke vennoten en de burger zo goed mogelijk informeren over alle aspecten van het afvalbeleid.
Vlaams afvalbeleid: van preventie tot verwerking
Voor de lokale besturen is de afvalhiërarchie of de Ladder van Lansink (zo genoemd naar de bedenker van de hiërarchie) het vertrekpunt voor het uitbouwen van een afvalbeleid. Ze stimuleren de inwoners zoveel mogelijk om minder afval te veroorzaken, want wat er niet is, hoeft niet opgehaald en verwerkt te worden. De promotie van herbruikbare boodschappentassen of het gebruik van afwasbare bekers tijdens de nieuwjaarsreceptie zijn twee bekende voorbeeld van afvalpreventie. Voor alle afvalstromen geldt dat men zoveel mogelijk voorrang geeft aan recyclage. Verbranden met energierecuperatie doen we enkel met die afvalstoffen die we niet kunnen voorkomen of recycleren. De kleine rest die er dan nog overblijft, komt op de stortplaats terecht. Deze laatsten blijven een noodzakelijk sluitstuk.