Openbare vuilnisbakjes bieden een service aan voorbijgangers die buiten consumeren en snel van hun klein afval af willen. Voor de netheid van de omgeving lijkt het logisch om veel vuilnisbakjes te plaatsen op locaties waar veel mensen passeren en samenkomen. Dit is echter niet altijd het geval. In bepaalde gevallen zullen de bakjes net vuilnis aantrekken dat er niet in thuishoort. Daarom is het zo belangrijk om goed over de plaatsing van straatkorven na te denken. Wij geven graag enkele nuttige principes.
Vuilnisbakkeninventaris
Weet uw gemeente waar alle vuilnisbakjes op haar grondgebied staan? De gemeente Mol inventariseerde twee jaar geleden voor het eerst alle gemeentelijke vuilnisbakjes op basis van de standplaats, het type, het volume, de montage, de staat van onderhoud en de ledigingsfrequentie indien ze gekend was. Zo ontstond een gedetailleerde inventaris die voor de gemeente het uitgangspunt vormde om de zwerfvuilproblematiek te bestuderen. Steden zoals Lier en Aalst beschikken al langer over zo'n spreidingsplan. In Gent is de inventaris gedigitaliseerd en gekoppeld aan een GIS-programma dat de optimale ledigingsroutes en -frequentie voor de vuilnisbakjes berekent. Een inventaris biedt mogelijkheden voor de verdere uitvoering.
Overal vuilnisbakken?
Gemeentebesturen zetten gewoonlijk hun praktijkervaring in om te beslissen waar ze straatkorven plaatsen. Knelpuntlocaties zijn meestal goed gekend, maar vaak worden vuilnisbakken ook op vraag van de inwoners geplaatst.
Om af te wegen of de plaatsing van (meer) vuilnisbakken verantwoord is, geven we een aantal richtlijnen. Vuilnisbakken plaats je alleen wanneer er een gegronde reden voor is: op plaatsen en routes waar veel volk passeert of waar specifieke afvalstromen vrijkomen. Voorbeelden van dergelijke locaties zijn bushokjes, winkelstraten en betaalautomaten. Je vermijdt plaatsen zonder sociale controle. Dit voorkomt dumping van huisvuil in de bakjes. Voor verkooppunten is het beter een regel in het gemeentelijk politiereglement op te nemen dat de handelaars zelf voor een vuilnisbak moeten zorgen. Het afval dat in die buurt vrijkomt, hangt immers onlosmakelijk samen met de automatenwinkels of frietkramen in kwestie. Er hoeven ook niet overal even veel vuilnisbakjes te staan. Maar in drukke wandelstraten of parken is een grotere dichtheid wenselijk.
Wanneer inwoners vuilnisbakjes systematisch misbruiken om huisvuil te dumpen, kan het bestuur overwegen ze weg te nemen. Aalst brengt in eerste instantie een boodschap aan op de vuilnisbak. Daarin kondigt de stad aan dat ze de vuilnisbak zal wegnemen als er nog huisvuil in wordt gedumpt. Deze maatregel loont meestal.
Vaak is het voor gemeentebesturen moeilijk om vragen van inwoners voor extra vuilnisbakken te weigeren. Toch is het aangewezen om eerst de context af te wegen: is een vuilnisbak geoorloofd op deze plaats? De gemeente kan ook proefbakken plaatsen. Het bestuur spreekt dan met de inwoners af dat de bakken worden weggenomen bij misbruik. Wanneer vuilnisbakken niet of bijna niet worden gebruikt, kunnen ze ook beter weg.
Als de gemeente het openbare domein wil herinrichten, kan ze van die gelegenheid gebruik maken om de inplanting van het straatmeubilair te herbekijken.
Planmatige lediging
Hoe zorg je ervoor dat straatvuilnisbakken efficiënt en tijdig leeggemaakt worden zodat ze niet overvol raken en het straatbeeld ontsieren? In 2007 en 2008 registreerde de gemeente Mol de vullingsgraad van de verschillende vuilnisbakjes op haar grondgebied intensief. Deze informatie werd elektronisch verwerkt. Uit dit overzicht leidden de onderzoekers af dat er op bepaalde locaties meer 'volume' nodig was. Daarnaast stelde het bestuur ook vast dat het goed was in bepaalde gebieden de ledigingsfrequentie op te drijven en ze in andere gebieden te verminderen. Daardoor werd het mogelijk het personeel veel doelgerichter in te zetten. Ook in Gent meet IVAGO tweemaal per jaar de vullingsgraad van de vuilnisbakken. Aan de hand van de resultaten past IVAGO de ledigingsfrequentie of het volume van de korf aan of beslist ze een korf weg te nemen of bij te plaatsen. In Aalst is er eveneens een opdeling in welomschreven zones. In bepaalde delen van de stad maken de arbeiders de vuilnisbakjes dagelijks leeg, in andere delen één of enkele keren per week.
Aantrekkelijke en praktische vuilnisbakken
Een vuilnisbak moet proper zijn en in goede staat om mensen uit te nodigen hun afval erin achter te laten. De vormgeving (modelkeuze) en het onderhoud (reiniging) zijn dus ook van belang. De capaciteit van de vuilnisbak moet afgestemd zijn op de ledigingsfrequentie of omgekeerd. Wie van zijn afval af wil moet de vuilnisbak ook kunnen vinden (vindbaarheid). Het bestuur kiest dus beter voor een ietwat opvallend exemplaar dat toch in harmonie is met de omgeving. Om ontwijkgedrag te vermijden gebruikt men exemplaren met een kleine inwerpopening. Communicatie met pictogrammen of de boodschap 'geen huisvuil' werken verduidelijkend voor de burger.
Voor het comfort van de arbeiders moet de vuilnisbak vlot te openen en te sluiten zijn en moet er een vuilniszak in passen die makkelijk te vervangen is. Uiteraard gaat de voorkeur naar een stevig exemplaar dat tegen een windstootje kan en vandalismebestendig is.
Vuilnisbakkenbeheer is één aspect van een totaal netheidsbeleid waarop gemeenten impact kunnen hebben. Naast het klassieke veegbeleid vindt intensieve communicatie over ontwijkgedrag almaar meer ingang. Gemeentelijke administratieve sancties maken het voor gemeenten nu ook mogelijk ontwijkgedrag eenvoudiger te sanctioneren.
Ook producenten van zwerfvuilgevoelige producten en andere overheden moeten mee inspanningen blijven leveren om de problemen op te lossen.