Miniatuurvoorbeeld
Producenten van verpakkingen moeten wettelijk gezien instaan voor de financiering van de selectieve inzameling, sortering en recyclage van het huishoudelijk verpakkingsafval. Uit onderzoek van Recover blijkt ondanks deze wettelijke verplichtingen een deel van deze kosten nog altijd bij de gemeenten liggen.

Producenten moeten wettelijke recyclagedoelstellingen halen
Elke producent die verpakkingen op de markt brengt, moet voldoen aan wettelijke recyclagedoelstellingen voor verpakkingsafval en de daarbij horende kosten dragen. Deze producenten kunnen kiezen om hun verpakkingen zelf in te zamelen of zich aan te sluiten bij een collectief systeem zoals Fost Plus. Dat is de organisatie die in België instaat voor het beheer van het overgrote deel van huishoudelijk verpakkingsafval. Fost Plus neemt in dergelijk geval de verantwoordelijk van zijn leden over om aan te tonen dat ze hun wettelijke recyclagedoelstellingen halen.

De erkende en volledig te vergoeden basisscenario’s, die al meer dan 20 jaar oud zijn, voldoen niet meer aan de behoeften van de bevolking
Fost Plus werkt voor de selectieve inzameling samen met de intercommunales en gemeenten. Samen organiseren ze de selectieve inzameling van pmd, papier en karton en glas. De wetgeving zegt dat Fost Plus de lokale besturen moet vergoeden voor de inzameling van die verpakkingen; voor de basisscenario’s opgenomen in de erkenning aan de ‘totale en reële kost’ en voor andere, duurdere scenario’s aan de referentiekost [1]. Het is logisch dat gemeenten die kiezen voor een minder rendabel systeem van inzameling de kosten daarvan niet zomaar kunnen doorschuiven naar de producenten.

Er bestaat echter al lang discussie over welke inzamelsystemen dan wel aanvaard zouden moeten worden als basisscenario, én volledig vergoed door de producenten. Zo dragen die laatste vandaag bijvoorbeeld niet de volledige kosten van de inzameling van verpakkingsafval via ondergrondse containers, of glasinzameling aan huis of de in sommige gemeenten ingevoerde ‘roze zak’. Allemaal inzamelsystemen die hun deugdelijkheid en efficiëntie bewezen hebben maar die slechts vergoed worden volgens de referentiekost van het goedkopere basisscenario.

De referentiekost is te laag en wordt gehanteerd als maximum in plaats van minimum
Als de gemeente of intercommunale beslist om de inzameling van verpakkingsafval, volgens een basisscenario, in eigen beheer uit te voeren, dat wil zeggen met eigen personeel en ophaalwagens, moeten Fost Plus en de gemeente of intercommunale de te betalen kosten in onderling akkoord bepalen. Bij de onderhandelingen hanteert Fost Plus de referentiekost  als een maximum te vergoeden kost in plaats van een minimum wat logischer zou zijn. Die werkwijze brengt de vergoedingen van de intercommunales en gemeenten in een neerwaartse spiraal.

De referentiekost wordt door de Interregionale Verpakkingscommissie bepaald door een gemiddelde te nemen van de gegunde offertes van de overige intercommunales die de selectieve inzameling uitbesteden. De gegunde offertes zijn bijna altijd de laagste offertes en geven daarom geen correct beeld van de werkelijke ophaalkost. Jos Boeckx (IVAREM): “De gegunde offertes weerspiegelen de laagste marktprijs voor inzameling van verpakkingsafval en niet de werkelijke kost. Voor de intercommunales en gemeenten die de inzameling zelf uitvoeren, zijn de ‘totale en reële kosten’ dan ook niet gedekt. Een meer correcte berekening dringt zich daarom op. Een gemiddelde van alle aanvaardbare offertes – met weglating van abnormaal hoge en abnormaal lage prijzen- zou een beter idee geven van de reële kost die achter de dienstverlening zit.”

Referentiekost zou 17,8% hoger moeten liggen
Om een idee te hebben van de werkelijke kost van inzameling, vergeleek Recover de huidige berekening van de referentiekost met het gemiddelde van de ingediende offertes [2]. Zij kwamen tot de conclusie dat de referentiekost gemiddeld 17,8% hoger moet liggen. Bij papier- en karton onderschatten we deze kost het meest, namelijk 27%.
Voor een gemeente of intercommunale die alle inzamelingen van verpakkingsafval in eigen regie uitvoert bedraagt de huidige onderfinanciering zo ongeveer 1,50 EUR per inwoner. Of voor een stad als Antwerpen 750 000 EUR per jaar.

Grafiek meerkost

Daarnaast maken lokale bestuurders vandaag nog altijd kosten die niet gedekt worden door de vergoeding van Fost Plus zoals bijvoorbeeld het opruimen van geweigerde pmd-zakken. De vergoeding die lokale besturen krijgen is nog altijd niet conform het wettelijk principe van de ‘totale en reële kost’. Recover pleit voor een correcte vergoeding voor de inzameling van verpakkingsafval, zoals eigenlijk al meer dan 20 jaar wettelijk is voorzien.

[1] Art. 5, 6 en 8 Erkenning Fost Plus (2013)
[2] Met uitsluiting van de laagste en hoogste ingediende kostprijs
------------------------------------------
Meer informatie
Jos Boeckx
Algemeen Directeur IVAREM
GSM 04 75 51 32 86
Jos.boeckx@ivarem.be

Over Recover
Lokale besturen stellen vaak problemen vast met de inzameling van verpakkingsafval. Bovendien gaan ze ondanks alle maatregelen nog steeds de strijd aan met zwerfafval. Om mogelijke verbeteringen en alternatieven voor de huidige aanpak van verpakkingsafval te onderzoeken is eind 2016 een samenwerkingsverband opgericht dat de naam Recover draagt. Elf intercommunales en stad Antwerpen zorgden voor de noodzakelijke financiële middelen om een reeks van studies te starten die het beleid rond verpakkingsafval moeten helpen verbeteren. De nadruk ligt hierbij op een verhoogde en efficiëntere inzameling van verpakkingsafval, een betere dienstverlening voor de burger en minder verpakkingen in het zwerfvuil. Op 25 oktober zal Recover alle resultaten presenteren tijdens een congres in Antwerpen. Als voorsmaakje wil Recover de huidige debatten voeden met de resultaten van een van zijn deelonderzoeken.

Meer actuele berichten